Chiny-sur-Semois, 22 november 2011
De hemel is vuurrood boven Antwerpen rondom vijf uur op deze november vrijdag. Te laat op pad door toch weer werk op vrijdag. De zon gaat zo langzaam onder dat Antwerpen volledig rood kleurt. Voorbij Brussel, donker en koud, na een paar kilometer file, stop ik om te tanken, alleen een bankkaartautomaat om af te rekenen. Binnen zoek ik warme chocomel, dat staat wel aangegeven op de prijslijst, maar het Douwe Egberts apparaat geeft het niet aan. ‘Lait chaud’ klinkt me te weinig chocomel. Een kleine cappuccino voor € 1,50. Twee boterhammen met pindakaas daarbij en ik kan weer verder. De motor staat in het parkeervak pal voor de deur. Een man hangt tegen een betonnen vierkant waarin je afval kunt deponeren. Een pakje Gauloises ind ehand, sigaret uit zijn mondhoek onder een grote grijze snor. Pas na een paar seconden valt de helm op het blok beton me op. ‘Hallo’. ‘Bon soiree’ komt retour. Hij vraagt in het Engels met een zwaar accent, over de route op het spatbord, over de leeftijd van de motor. Zijn ultra moderne BMW GS 1200 staat met een auto daartussen in het naast gelegen parkeervak. We wisselen wat gedachten uit, over de praktische voordelen van oude techniek, de voordelen van nieuwe en zo keuvelen we wat af. Buiten, in de kou, de sterren zijn ‘aan’. ‘Kijk uit voor de Belgische chauffeurs’ zegt hij. Ik antwoord ‘en dan vooral voor de brandende sigarettenpeuken’ die de Belgen naar buiten werpen. Hij knikt verrast maar herkent het fenomeen. Hij is verrast door mijn observatie. Voor hem is dit inderdaad gewoon. Hij twijfelt even over zijn eigen sigaret voor hij die uitdrukt op het beton.
De motor trilt iets meer als gebruikelijk. Ketting en tandwielen zijn volledig versleten. Misschien zijn het wel trillingen vanuit het inwendige, of de versnellingsbak. Het kan van alles zijn. Het maakt me op dit moment niets uit. De motor rolt voortreffelijk, rijdt in haar eigen cadans, maakt prettige geluiden daarbij. De koude wind in mijn gezicht, dik ingepakt, neemt de cadans van de motor mij mee naar een rust en ritme dat ik de afgelopen weken kwijt was. Korte ritjes zijn leuk, maar in Nederland met het vele en drukke verkeer, verkeersdrempels en stoplichten, wakkert het een gevoel van onrust, onbehagen in me op. Nu ik op de motor zit met een doel dat vanaf de start gerekend 325 km verderop ligt, komt dat gevoel van ‘reiziger-zijn’ terug. Dat gevoel alleen met de motor op pad. Dat gevoel maakt me rustig, brengt me terug tot het ‘nu’.
Ik trek mijn legerwanten aan, camouflagekleuren van buiten en gele wol gevoerd van binnen. Die wanten heb ik ooit gekregen van Ton en nooit gebruikt. Nu wel, het is intens koud in de heldere nacht. De eerste lange hellingen volgen. Ik buig voorover om zo min mogelijk wind te vangen. Op een enkele helling komt een auto of vrachtwagen erg dichtbij van achteren. Over de top heen, kan ik weer afstand nemen. Afslag 26 moet ik nemen. Na 23 volgt …. ‘23a’ en na 24 volgt ‘24bis’. Eindeloos lijkt het. Na afslag 26 is de weg aardedonker. De koplamp van de Lib toont niets. Ik rij op de strepen. Af en toe een tegenligger verblindt. Een grondmist komt opzetten. In Neufchateau herinner ik me de weg, de afslag Florenville neem ik zonder te zoeken. Ik kan een poosje achter een oud model Peugeot 205 de slingerweg volgen. Tot ik hem ook kwijtraak op de steile stukken omhoog.
De afslag Chiny kan niet missen, zelfs niet in de mist die nu in de duisternis is komen opzetten. In tweede versnelling volg ik de weg. Op een lange helling omhoog nadert vanaf de andere kant van de top een auto met grootlicht. De mist licht op in stralenbundels omhoog. Het voelt alsof iemand aan iedere vinger een enorme biundel licht de hemel instuurt. Hoe meer ik de top nader, hoe meer het lijkt alsof ik door stralenbundels heen de hemel in rij. Hoe kan dat nou? Feller en steeds feller schijnen de lichtbundels vanaf de andere kant van de top omhoog. November is het jachtseizoen. De weg is recht en stijgt nog steeds.Zijn dit jagers die op groot wild wachten? Of word ik zelf van achter opgejaagd en rij ik recht de fuik in? Als een ouderwetse jachtpartij. Een tegenligger had me allang moeten passeren. Ik rij het steeds fellere licht in. Omkeren lijkt me geen optie. Ik denk echt dat ik de hemel in rij. Ik passeer als eerste de top. Het felle licht is nog het enige wat ik zie. Ik kijk recht de koplampen in. Recht in de koplampen van …. een trekker. Een trekker met normale koplampen en een soort van schijnwerpers naar voren gerichtvan de aanhanger. Dat verklaart het langzaam steeds fellere licht. Even later passer in de brug van Chiny. Een minuut later zet ik de motor stil voor Le Point de Vue. Bestemming bereikt.
De komende dagen ben ik te gast in hotel restaurant Le Point de Vue bij Richard, Stephan en Eddy. Dank voor alle verzorging, gezelschap en rust.
my brother, it’s been a while. I’m down in Coco and thinking of you. please holler at me on my new e-mail sometime…live free…pura vida
I am glad for writing to let you know of the extraordinary discovery my cousin’s girl encountered studying yuor web blog. She mastered several things, which included how it is like to possess an ideal coaching spirit to get other folks just thoroughly grasp some tortuous topics. You truly did more than my expectations. Many thanks for providing the interesting, trusted, educational and even easy guidance on that topic to Emily.