Rionegro, Colombia, 25 december 2011
De laadbak van de pickup is afgeladen. Een enorme stereo installatie, matras, tassen vol met boodschappen, dekens, speelgoed en in de Chevy maar liefst 8 mensen (1 baby) en een kat. Het is 29 graden Celcius om 12 uur in Medellin. Het heetst van de dag moet nog komen. Een goed moment om de stad achter te laten voor de Kerst. De Chevy is een rode pickup op hoge wielen en een jaar of vijftien oud schat ik. De kilometerteller staat alle dagen dat ik de auto tot mijn beschikking heb al stil op 202.021 km. Er zijn meer functies die het niet doen zoals de rechterknipperlichten en dimlicht. De claxon functioneert prima en dat is belangrijk. Vanaf Parque Boston voert de route dwars door het centrum van Medellin. In de hitte zoek ik mijn weg ingeklemd tussen auto’s, vrachtagens, bussen, motorfietsen. Links en rechts inhalen of ingehaald worden, motorfietsen schieten voorlangs, bussen braken dieselwalmen uit. Als ik echt van baan moet wisselen en dat lukt niet door me daar in te duwen, gaat mijn arm uit het raam en met zwaaien en wuiven kom ik goed uit voor een afslag. Ik ben met Diana en wat familie en heel veel spullen op weg naar de ‘finca’, een traditioneel gebouwd huisje buiten de stad.
De finca ligt een fors eind van de autopista. De bus Medellin Rionegro stopt waar je wilt en vandaar is het lopen. Nu niet. Met de auto afgeladen hobbelen we door de vele kuilen en opasseren ‘het bataljon’. Het bataljon is een kazerne vlakbij. In Colombia geldt de dienstplicht. Normaal 1 jaar behalve als je jezelf niet vrijwiliig hebt gemeld. Dan mag je twee jaar dienen en krijg je de ‘garantie’ dat je een groot deel van je diensttijd in de jungle mag doorbrengen in eeuwig gevecht met de guerilla. Het zijn zeker een paar honderd 18jarigen die op de een of andere wijze uit het leger denken te blijven. Het leger heeft daarvoor zo zijn opsporingsmethoden. Bijvoorbeeld, op spitsuur sluiten ze de uitgang van een metrostation af en moet iedereen in de doelgroep de juiste papieren laten zien. Heb je die niet, mag je direct plaats nemen achter in een legertruck. Het lijkt ergens in de verte wel een beetje Jodentransport in WO II, geen fijn gezicht als je bekend bent met dergelijke beelden.
Na het bataljon klimt de zand en modderweg nog verder een lage berg over en dan ontvouwt zich voor je ogen de berg waarop de finca staat. Fier bijna boven op de berg gebouwd op een plat geslagen stuk berg kijk ik vanaf het balkon of de patio uit over het dal met in de verte een hoge bergrug. De bergrug omspant mijn hele blikveld. Tussen de bergrug en de finca niets als groen, heuvels en hier en daar een andere finca. De bergen hebben iets mystieks over zich. Door de enorme afstand hangt er altijd een waas van dunne mist omheen. Als de zon ondergaat kleurt die mist de bergen in een gloed alsof een schilder een aura met glans heeft aangebracht. De heuvels kleuren altijd groen door bossen, struiken en daartussen grasland vanwaar een enkele koe haar aanwezigheid laat horen. Het verschil met de stad kan bijna niet groter.
De Kerst begon al vroeg. Op donderdag ben ik met Diana op bezoek bij familie. Met neef Edmon heb ik afgesproken bij hem te blijven slapen. Edmon woont hoog in barrio La America. Dat is dezelfde wijk waar ik een klein halfjaar heb gewoond. La America voelt als thuis komen. Langs de route die ik dagelijks liep, herkennen de vele winkeliers me met veel handen schudden en omhelzingen. ‘Ach, hoe lang geleden is het toch?’. ‘Blijf je nu wonen?’, ‘Geweldig om je te zien’, ‘Was je van de aarde afgevallen?’ tot het mooie ‘mijn hart zingt van vreugde om je weer te zien’. Kerst betekent in Colombia voornamelijk feest op Kerstavond tot in de volgende morgen. Nu de Kerstavond valt op zaterdag kan het feest al beginnen op vrijdagavond. En zo laad ik de Chevy opnieuw vol met neven, nichten, ooms en tantes en gaan we letterlijk de hoogte van La America in. ‘Hoe hoger je komt tegen de bergen op, hoe gevaarlijker’ is wat de mensen zeggen. Edmon woont hier al zijn hele leven en nu met vrouw en twee kinderen, en broer, en zus en schoonvader. Via steeds nauwere en vooral steilere straatjes klimt de Chevy in eerste versnelling gestaag verder tot aan Edmon’s huis. Het is nog heet. Buiten branden diverse vuurtjes op straat. Mensen dansen, stereo’s staan buiten. Het is middernacht. Een politiepatrouille, altijd zwaar bewapend, komt langs, de straatgek maakt wat gekheid met ze tot groot vermaak. Met Edmon nemen we plaats bij het vuur. Bier en Guaro worden aangereikt. Guaro is de populaire afkorting voor Aguardiente, de meest populaire drank in Colombia. Gemaakt van een bijprodukt van rum (suikerriet) is Guaro een een super goedkope drank die iets weg heeft van Aquavit en Annisette. Met een alcoholpercentage varierend tussen de twintig en dertig procent, drink je dit gezamenlijk uit hetzelfde borrelglaasje, het glaasje gaat gevuld rond tot de fles leeg is en de volgende fles open gaat. Om twee uur gaat bij mij het licht uit. Het spek dat nog op een ander vuurtje ligt laat ik aan me voorbij gaan.
De volgende ochtend vertek ik waar ik dit verhaaltje begon, met de pickup afgeladen naar de finca. Op vrijdagavond, Kerstavond, gaat het feest verder met een ander deel van de familie. De stereoinstallatie staat op de patio opgesteld en blert Salsa, Vallenato en Mariachi de koude nacht vol sterren in, Guaro gaat rond. Door de hoogte koelt het goed af buiten en daar maak ik nu gebruik van door om nog een beetje op tijd te gaan slapen. Op Kerstdag komt een groot deel van de familie naar de finca en maken we een traditioneel gerecht op houtvuur, Sancoche, een maaltijdsoep. Eerst nog de mis bij het bataljon.