Archive for juni, 2011

Amurang

vrijdag, juni 3rd, 2011
Amurang

Om half twee in de nacht loop in de wc van Don Bosco, Peter tegen het lijf. ‘God, man, ik dacht dat ik je nooit meer zou zien’. ‘Jemig, dat je terug bent’. De legergroene Liberator waar ik langs ben gereden om een kampeerplekje te zoeken kwam al vaag bekend voor. Het eerste kwartje van dit weekend valt.

Vandaag ben ik vrij. Eindelijk. Na een periode van vijf dagen werken nu weer terug naar de afspraak, vier dagen per week. Een afspraak met mezelf en met mijn werkgever vast gelegd in een arbeidscontract. De afgelopen periode van vijf dagen intensief, lange dagen met volop druk en stress, leert me direct dat ik mijn hand overspeelt heb. Fysiek voelt het slecht en in mijn hoofd komt het al helemaal niet goed, omdat ik niet doe wat ik wil. Deze vrijdag is de eerste week van weer terug naar een normale week. Zonnig en warm in de zon. Overdag doe ik boodschappen en een paar werkdingetjes. Met heimwee in mijn lijf is mijn stemming toch wat in mineur. Heimwee naar het leven ‘on the road’. Lekker overzichtelijk allemaal. Heimwee ook naar Colombia, Argentinie, Nicaragua, Mexico, El Salvador, Chili en al die landen waar ik lang heb mogen blijven, mensen heb leren kennen, de maatschappij van dichtbij mee heb mogen maken. Naar dat twee jaar durend voorrecht heb ik heimwee. Een stemming die me minder effectief maakt, niet lui of sloom, maar een beetje nietserig. Misschien ook wel een anti-reactie op het werktempo en de efficiëntie wat zo gewoon is in het dagelijkse leven in Nederland. Een anti-reactie omdat ik daar twee jaar uit ben geweest en een volstrekt ander ritme heb aangenomen. Een anti-reactie om de overdaad aan efficiëntie te compenseren door rustig aan, door een niet iedere minuut vol gepland bestaan. Dit is wat ik voel op de laatste vrijdag van mei.

In de middag besluit ik naar de meeting van de Antique Motorcycle Club of America te gaan. Ik loop niet over van zin. Als ik vrijdag ga, kan ik wellicht zaterdagavond aansluiten op het 30+-feest in SoWhat waar veel bekenden uit het Goudse naar toe gaan.

Om half acht in de avond start ik de motor. Het is al fris. Don Bosco in Rijswijk is met 35 kilometer lekker dichtbij. De AMCA heb ik van dichtbij leren kennen in San Francisco. Vince die me helpt met de koppelingsproblemen is lid en sleept me mee naar een clubavond boven het pizza restaurant. De club adopteert me en de opbrengst van de verloting voor het goede doel ben ik die avond. Gaaf. De AMCA is een paar jaar geleden ook naar Europa over gewaaid. Nu de jaarlijkse meeting van de Europese tak zo dichtbij is kan en wil ik niet wegblijven.

Met het laatste daglicht zet ik mijn tentje op. Het is rustig en ik kies een grassig plekje tegen de heuvel met hoge oude bomen. Vanaf het heuveltje kijk ik op de slotgracht. Bomen liggen half over de gracht, onkruid tiert welig, de buitenwereld is even weg als ik hier alleen zo sta. Binnen bij de bar is het lekker. Met DJ Ron praat ik de avond weg. Tegen half twee val ik bijna om van de slaap. Met mijn toilettasje loop ik de wc in en daarbij Peter tegen het lijf. Even bijpraten bestaat niet en daarmee is het snel over half drie als ik mijn slaapzak op zoek.

Zaterdag overdag druppelen de klassiekers de hele dag binnen. In de namiddag heb ik het wel gezien. Tijd voor een feestje in Gouda. Ik stuur een SMS om nog een kaartje te bemachtigen. Geen reactie. Aan de bar trek ik net een derde biertje open als Jos over de telefoon meldt dat hij nog een kaartje weet. Te laat. De derde smaakt uitstekend. Daarbij, ik heb de iPad al op de champions league finale scherp gezet. Tijdens de roadtrip heb ik de waarde van voetbal opnieuw ontdekt. Waar je ook bent in Latijns-Amerika en ondanks dat geen teams daar vandaan mee doen, de finale is een spektakel waarvoor het maatschappelijk leven even stil staat. In 2099 was dat in Granada, Nicaragua en in 2010 Medellin, Colombia. In de Tropen vanwege het tijdsverschil op het heetst van de dag met een grote groep mensen de finale kijken. Nu 2011 in Rijswijk volgen we met z’n drieen de finale op mijn iPad.

In de pauze komt een boomlange, brede gozer op me af. ‘Ben jij Jan Gerben?’. ‘Hallo, ik ben Dirk’ Het kwartje valt direct. Dit is dus de man met ik de afgelopen weken wat e-mail contact heb gehad. Dit is de man die over een week met een jaren ‘40 Harley van Leeuwarden naar Indonesië vertrekt. Rijdend, samen met Jane, zijn vriendin die op een servi car rijdt. De tweede helft van de finale heb ik niet meer gezien. Ze verwachten in zes maanden zo’n 25.000 kilometer af te leggen. Een zes maanden plan, waar ken ik dat van? Hun route loopt via Rusland, Mongolië, China, Thailand om maar wat landen op te noemen. Ze doen dat voor een goed doel, een weeshuis op het eiland Amurang. Een hoop kinderen hebben daar hun beider ouders verloren tijdens godsdienstrellen wat jaartjes geleden. Dirk en Jane hopen met hun reis per kilometer een Euro sponsorgeld voor dat doel binnen te rijden. Hun vertrek staat gepland op maandag 6 juni. Via de Superrally in Litouwen gaan ze verder oostwaarts. Opnieuw ga ik pas tegen drieën slapen. Alhoewel slapen, volop onrust in mijn lijf. Wat een prachtig plan. Ik zou zo maar aan willen haken.

Het lucht-gevuld-matje is na een paar uurtjes leeg gelopen. Het is nog niet eens schemer als ik dat opmerk. Ik laat het zo. Het gras licht ook goed.

Na twee nachtjes kamperen, motor naast het tentje, biertje in de avond, ontmoeten van oude vrienden en nieuwe helden klaart mijn stemming eindelijk wat op. Eigenlijk had ik thuis willen blijven. Beetje kniezen alleen. Nu ben ik gegaan, de motor draait ondanks olieverbruik van een liter op 400 kilometer prima, en het belangrijkste, niet verwacht, oude maatjes uitgebreid gesproken en nieuwe helden ontmoet. Kamperen, mensen, motor, prachtige Klassieker motoren, biertjes, het was een goed weekend. Gewoon weer naar ‘buiten’ gaan, dat helpt me. Alweer een kwartje dat valt, ik moet dus tactieken verzinnen tegen de heimwee.

Dirk en Jane zijn te volgen op: www.LeeuwardenAmurang.com

Het is al laat zondagmorgen als ik van hen afscheid neem. ‘Nou snap ik wel waarom je twee jaar weg bent gebleven’ grapt Dirk als mijn tentje nog staat. Een grote gozer, stevig van postuur en uitstraling, duiker van beroep, en een fragiel maar dapper vrouwtje, baan opgezegd. Motoren uit 1942 en 1968, op weg naar Indonesië. Ik hoop, wens en gun ze een superreis! ‘Vaya con Dios’.