Cusco, 17 november 2009
De Panamericano volgt vanaf Piura de kust tot aan Lima. In totaal is dat zo’n 1200 km. Volledig woestijngebied met zo om de 80 a 100 km een stadje. Uitzondering is het deel van Piura tot Lambayeque met ruim 200 km tussen deze steden, De woestijnweg is gelukkig geen rechttoe-rechtaan weg, maar vouwt zich om lage bergen, door hopen steen en af en toe om enorme duinen heen. Heel af en toe is de oceaan zichtbaar. De wind is fris en af toe hard genoeg om het zand over de weg te laten dwarrelen zodat zandbergjes zich ophopen op de weg. De steden liggen laag en de directe omgeving is alleen daar groen, letterlijk een oase. Na het te weinig benzine avontuur in de woestijn van Piura tank ik vaker. Tussen de steden is nauwelijks verkeer, wat vrachtwagens en bussen die het personenvervoer verzorgen.
In Trujillo vind ik een klein, goedkoop pension. Het stoepje is net te hoog voor de motor en opnieuw rij ik daardoor de uitlaat in twee stukken. De eigenaar van het hostal helpt me met de motor de receptie ruimte binnen te duwen. Mijn kamer is oud, gerafelde gordijnen, een handdoek waar je doorheen kunt kijken, warm water in een ver verleden toen de electrische douchekop nog werkte en een dun doorgezakt matras. De overige gasten zijn Peruanen, een kamer is ook voor een uur of iets meer te huur. Kortom, ik ben een uitzondering hier. Op de foto een andere hotelgast, hij verkoopt bezems en trekt van stad naar stad.
De eigenaar van het hostal, Oscar, wil van alles over de roadtrip horen. We gaan voor 1 bier naar zijn stamcafe. Het is zaterdag en na de eerste fles bier, vrijwel altijd halve liters hier in Peru, volgen er nog een paar. Na wat van mijn verhalen te hebben gehoord is het mijn beurt om hem uit te horen. Dat is niet moeilijk. Oscar vertelt graag over zijn achtergrond. Hij is het zesde kind uit een gezin van negen kinderen. Maar dan komt het. Zijn vader heeft 62 kinderen! Twee en zestig kinderen bij twaalf vrouwen. Oscar is nummer 54. Ik heb moeite om hem serieus te nemen. Hij vertelt echter met zo veel overtuiging dat ik hem wel moet geloven. Hij is trots op zijn vader. Don German was een gevierd ondernemer in Peru. Opgegroeid in het zuiden als arme boerenzoon, heeft hij een groot aannemers en transportbedrijf opgebouwd en een gigantisch groot netwerk van gezinnen dus. Oscar kent veel van zijn broers en zussen, zijn moeder en vader maar weet nauwelijks iets van de andere vrouwen van zijn vader. De verhalen over en van zijn vader zijn een boek waard. Waarom weet ik niet echt maar hij wil dat ik de verhalen ga opschrijven. De titel voor het boek heeft hij al, ‘El ultimo macho del Peru’, ‘de laatste macho van Peru’. Ook een film zou er wel in moeten zitten (welk genre?). Terug in zijn hotel krijg ik een kopie mee van een soort herdenkingsboekje over zijn vader. Achterin staan de kinderen opgesomd, 61 namen en geboortedata, de laatste, nummer 62, was toen nog niet geboren.
Vanaf Trujillo is het twee dagen sturen naar Lima. De Panamericano gaat door de stad heen. Ik wil door het oude centrum om naar Miraflores, langs de oceaan, te komen. Het verkeer loopt volledig vast. Voor het parlementsgebouw trekt een demonstratie langs. Straten zijn geblokkeerd door oproer politie. Het verkeer in Lima is sowieso een chaos, met drie rijen naast elkaar op twee banen, vier op drie etc. Bussen gaan gewoon, duwen je weg en laten met gemak passagiers uitstappen op een middenbaan. Een taxi pobeert vanaf de zijkant over me heen te gaan, een klap met de vlakke hand op zijn motorkap schud hem wakker. De stank en het lawaai zijn indrukwekkend maar niet bepaald uitnodigend om aan het verkeer deel te nemen. Vanaf het centrum naar Miraflores is een kilometer of zes, misschien tien. Ik doe er drie uur over.
Ik wil in Lima zijn om olie te verversen, wat Amerikaanse boutjes en moertjes en een oliefilter te vinden. Ik dacht dat Lima wel een Harley dealer zou hebben maar dat is niet het geval. Buell Bob wist me dat aan de grens al te vertellen. Hij had echter wel een Harley sleuteladres voor me. De volgende dag zoek ik Incarider op. Dat valt niet mee. Wijken hebben regelmatig zelfde straatnamen. Na een uurtje volg ik Jorge’s advies bel hem. Hij pikt me op met een Sportster. Die dag en de volgende dagen breng ik bij hen door. De spullen die ik nodig heb heeft hij niet, maar vindt hij voor me elders in Lima. Op donderdagavond gaan we op stap. Iedere donderdagavond vind ergens in Lima een Harley meeting plaats. Als we door de stad rijden krijgt Jorge het aan de stok met een taxichaufeur die hem grof de weg afsnijdt. Na de eerste verwensingen komt het Latijns Amerikaanse temperament naar boven en spuugt Jorge de taxi in. Na een korte en wilde achtervolging waarin we stuivertje verwisselen van achtervolgde naar achtervolger, besluit de taxichaufeur zijn klant op weg te brengen. Een relatieve rust keert terug en we vervolgen onze weg.
Op de Harley meeting hoor ik dat een motor met zijspan een tijdje in de stad heeft gebivakkeerd. Dat kan niemand anders zijn als Wallis met zijn Ural zijspan. Ik weet dat hij hier wat problemen met de motor had op te lossen. Volgens een ander is hij nog in de stad. Weer een ander weet welk hotel hij verbleef. Afijn, met wat bellen heb ik hem opeens aan de lijn. Het is weliswaar half een in de nacht maar na Cartagena heb ik hem niet meer gesproken en dus babbelen we er rustig op los.
Na de diefstal uit m’n hotelkamer ben ik behoorlijk ik mineur. De eigenaar en familie van het pension vinden het vreselijk wat gebeurt is. Ondanks dat ik gratis verblijf kan ik maar slecht aarden. Op advies van zo’n beetje iedereen verhuis ik naar een ander hotel. Dat breekt mijn negatieve stemming. Ook de motor heeft wat aandacht nodig, de voorrem blijft weer regelmatig hangen. Samen met Wallis (oud monteur voor het Canadese leger) besteed ik daar de nodige uurtjes aan, maar dan functioneert de voorrem als nieuw. Ondanks dat ik het verkeer een ramp vind, wurm ik me dagelijks hierdoor heen. Ik heb diep respect voor de lokale motorrijders. Nergens ter wereld heb ik een minachting voor overige weggebruikers gezien als hier. Het recht van de sterkste is hier vijwel de enige regel. Uiterst links rijden om dan op het laatste moment rechts af te slaan. Een enkele uitzondering gebruikt knipperlichten. Van drie naar twee banen betekent voor een motorrijder dat je gesandwiched wordt. Tussen bussen als sandwich is alsof je in een tunnel rijdt die steeds nauwer wordt. Lima kent geen metro of tram en daardoor rijden een gigantische hoeveelheid kleine bussen door de stad. Op de rechter rijbaan zijn de instapplaatsen soms aangegeven maar de bussen stoppen voor iedere klant die zijn hand opsteekt. Tussen de stops gaat het gas er op, inhalen, middenbaan, linkerbaan en weer terug naar rechts. Alleen de Expressweg en de Panamericano zijn doorgangswegen die als het ware in een open tunnel, een betonnen bak, door de stad heen gaan. Op die twee wegen staat echter bijna de hele dag het verkeer stil of in langzaam file. Ook voor de files geldt dat ieder gaatje een meter dichter bij een stoplicht of knelpunt betekent. Zodoende beweegt het verkeer zich als langwerpige bak met wurmen die allemaal naar dezelfde richting kruipen, langs, over en naast elkaar. Het aantal motorrijders is gering. Dit is echt een videospel met je leven als inzet.
Met Wallis en Auke & Marieke verblijf ik in hetzelfde hotel. We gaan allemaal dezelfde richting op. Wallis zal als eerste vertrekken met zijn Ural zijspan. Hij was in zijn eentje al afgeladen maar nu gaat zijn Peruaanse vlam ook mee. De Ural gaat langzaam. Hij houdt er nog steeds een militaire discipline op na en maakt zijn kilometers in vele uren rijden per dag. Na Nasca loopt de route van zeeniveau naar de hoogvlaktes op meer als vier kilometer hoogte richting Cusco en Machu Pichu. De berichten over de eerste 100 kilometer weg vanaf Nasca zijn slecht maar daarna zou het beter zijn. Gaat toch spannend worden die hoogvlaktes, de kou en de motor. Ik vertrek samen met Auke en Marieke op hun XT’s (beiden XT 600, 1985 en 1989) Eerst nog even wachten op de reparatie van een schokbreker van Mariekes motor. Mijn advies om wat ijzer in plaats van een schokbreker te gebruiken willen ze niet overnemen. Jammer. Oprijden met een andere motor die ook geen achtervering heeft lijkt mij best fun.
Inmiddels ben ik na vier volle dagen rijden vanaf Lima in Cusco geariveerd. Letterlijk diverse obstakels en hindernissen moeten nemen. Niet in een paar woorden samen te vatten, is voor het volgende bericht.