San Jose, Costa Rica, 27 augustus 2009
De tweede poging is raak. Met Marcus afgesproken maandag vertrek. Zondagavond afscheid van La Vida Loca, de stamgasten en Jimbo. M’n voornemen om op tijd daar te vertekken valt snel in het water. Jimbo maakt er een feest van en ergens na sluitingstijd hobbel ik weg. De tweede poging op maandagavond verloopt identiek. Het verschil is dat we nu wel gaan. Ik zie nog voor me het vertrek van de ‘bende van 4′ na hun afscheid van Jimbo’s bar. Zij kiezen simpelweg voor de meest nuchtere om die dag de huurbak te rijden, ik sla wat op mijn kop om de avond & nacht te verdrijven. De motor rij ik voor de laatste keer over het strand en weg zijn we. De eerste druppels vallen al snel. Het blijft halen en brengen de hele dag. Prachtige binnendoor route en op een onverhard deel van een kleine 20 km is het gelukkig droog. San Jose is haalbaar voor het donker maar in Atenas maken we de stop voor de dag. Ik heb er weinig trek in om in de spits de grote stad in te trekken. Iedereen zegt daar hetzelfde over, verkeersnachtmerrie. Atenas heeft statistisch gezien het meest gunstige klimaat ter wereld hoor ik, altijd tussen de 17 en 37 graden, procentueel gezien veel 100-jarigen. Onderzoeksbureaus doen hun onderzoek daarnaar.
San Jose bereiken is een eitje, na het vliegveld komen de voorsteden en voor je het weet, juist, ben je verdwaald. Bij een Shell station weten ze niet veel maar in de kleine werkplaatsen naast de pomp tref ik Dante, Mexicaan, jaren in de VS gewerkt en nu eigenaar en enige monteur van 1 van de werkplaatsen, gespecialiseerd in transmissies. Ik ben bij de langwerpige werkplaats naar binnen gelopen om de weg te vragen. Als hij mee naar buiten loopt voor wat aanwijzingen springt hij bijna een gat in de lucht bij het zien van Betsy. Hij heeft in Texas jarenlang op een zelfde motor gereden. Met zijn ogen dicht wijst hij alle onderdelen aan alsof hij in Wedden Dat (herinnert u zich deze nog…) is beland.
Voor de route om de stad in te trekken heeft Dante een prima oplossing. Maatje Johann heeft een vrije dag en wordt opgetrommeld om ons te begeleiden. Een klein half uurtje later komt Johann op een Harley uit ‘66. Achter zijn rokende motor trekken we door de stad en bereiken we in een klein uurtje het hotel van een vriendje van Jimbo, midden in de rosse buurt en voor een schappelijk prijsje. Daarna rij ik met Johann (klik hier op: Johann) om Johann en mij via YouTube door de straten te zien rijden) opnieuw dwars door de stad langs maar liefst drie motorzaken om oliefilter en olie te kopen, maar dan ben ik ook helemaal blij, een goed filter en originele (dikke 60) olie. Terug naar Dante om olie te verversen. Na ons eerste vertrek van zijn werkplaats heeft hij nogal wat aanloop uit de buurt gehad. In dit niet meest gangbare deel van de stad is Betsy een hele verschijning. De mannen van de benzinepomp zijn eensluidend over mij en de motor. Of ‘big balls’ of ‘no brains’, van Alaska naar Costa Rica op een motor uit ‘43, ze willen of kunnen het bijna niet geloven.
Sinds Nicaragua hoor ik regelmatig dat als ik door San Jose kom La Rey niet mag overslaan. Het meest beroemde en beruchtste bordeel van Centraal Amerika volgens velen. In de avond neemt Dave, 1 van de stamgasten van de hotelbar, mij mee op tournee. Hij woont hier en zou bijna mijn vader kunnen zijn. We gaan van club naar bar naar club naar La Rey, in iedere tent een biertje en we hoppen naar de volgende vleesmarkt. Dave wordt bijna mijn schoonvader als ik in 1 van de vele kleine bars de dochter van zijn vriendin ontmoet. Even diep zuchten voor me om te gaan. Per taxi ontwijken we de inmiddels vele travestieten, ik zie dat niet, ik luister slechts naar de ‘experts’.
Vrijdag richting Panama.