Vier uur in de morgen start Jorge, de chauffeur, de ambulance. Een rit van 250 km over de Pan American naar de hoofdstad. We vervoeren een geesteszieke patient naar de enige inrichting van het land (11 miljoen inwonders). Het eerste half uur is het nog stil op de weg. Daarna komt in snel tempo het leven op gang. Het is bitter koud. Langs de weg wachten mensen op vervoer. Zij wachten op de volgende vrachtwagen met een open laadbak voor hun vervoer. Wij passeren diverse van dergelijke vrachtwagens, iedereen is ingepakt in veelkleurige dekens. Als het eerste licht opkomt passeren we het meer van Titatlan. De zon komt vervolgens op achter de inmense vulkanen die het meer omringen. De vulkanen zijn makkelijk als zodanig te herkennen, alsof een gigantische hamer de top heeft afgevlakt. De velden naast de weg zijn berijpt. In de diverse dorpen die we passeren loopt het verkeer al vast. De vele eettentjes houden hun etenswaren warm op houtgestookte ovens, de geur van de vele vuurtjes prikkelt neus en ogen.
Het verkeer in de hoofdstad is een inmense chaos waar schijnbaar iedereen precies weet hoe door heen te wringen. De diesels van bussen en vrachtwagens braken grote zwarte wolken uit, zonder toeter kom je nergens en de vele, vele kleine motorfietsen (met twee, drie, vier passagiers) wurmen zich hier door heen. Onze sirene in vier variaties doet het goed. We hebben fors tijd nodig om het ‘ziekenhuis voor geestelijke gezondheid’ te vinden. Voor de poort laten we het zoontje van de patiente achter bij de bewaking, alleen toegang voor 18 jaar en ouder. Het gehele terrein is ommuurt door zo`n vier meter hoge muur met prikkeldraad daarboven op. Na een mini controle bij de poort mogen we door naar de Emergencia (spoed eisende hulp). Eenmaal binnen is het niet moeilijk patienten te herkennen. Zonder schoenen, gekleed in licht- en donkerblauwe uniforme kleding, liggen, hangen, rollen ze op straat. Onze bus is een aanleiding om wat te bedelen, te vragen of al schreeuwende te praten. Bij de emergencia moeten we wachten op het intake gesprek en laten we patient en haar man achter. We lopen een rondje om de gebouwen van het open inrichting gedeelte. Het gesloten deel laten we voor wat het is, als we al binnen zouden komen. Terug bij de emergencia mag ik op de foto met de verpleging. Mijn lengte van 1 meter 86 valt in Guatemala in de categorie reus. Het gebouwtje is van buiten nog vrolijk van kleur maar binnen is de staat van onderhoud tragisch. ‘Geen cent te veel’ heerst hier al tenminste 30 jaar, gordijnen hangen zonder uitzondering allemaal op half zeven, gaten in de muren, afgebladderde verf, betonnen sanitair, grote schrijfmachines en geen computer te bekennen. Onze patient is klaar met haar intake en krijgt een behandeling van 10 dagen intern. Ik hoop van ganser harte dat het mag helpen, maar ik heb zo mijn twijfels (het geheel doet me denken aan de film ‘One flew over the cuckoos nest’ waarin Jack Nickolson kiest voor een verblijf in een psychiatrische inrichting in plaats van een gevangenis met dramatische gevolgen vandien).
Nadat alle formaliteiten geregeld zijn, zwaait het team van de Emergencia ons uit (‘Holanda es bueno’) en begint het schoolfuif-gedeelte. Langs diverse toeristische bezienswaardigheden in de binnenstad maken we optimaal gebruik van onze ambulance (parkeren voor een foto, no problemo, verkeer loopt vast, sirene aan). Tanken doen we bij het hoofdkwartier van de bomberos, het duurt allemaal lang maar er is genoeg te beleven, een uitruk van de brandweer, ambulances die op pad worden gestuurd en diverse praatjes met de verzamelde brandweerlieden. Eten doen we bij een vriendin van Jorge en daarna gaan we richting huis. Het is dan al vroeg in de avond. We zijn het erover eens dat ik een stuk van de terugweg zal rijden, tenslotte zijn we al vanaf vier uur in de morgen op pad. Dat druist echter in tegen de gedachte (eergevoel?) van de chauffeur en dus blijft die achter het stuur ondanks enigszins rooddoorlopen ogen. Om zijn vermogens te tonen gaat het gas er nog eens extra op. Over de vele wegopbrekingen scheuren we alsof we Parijs-Dakar rijden. Het doet pijn aan de technische kant van mijn hart. Naar mijn gevoel wordt de prachtige bus aan flarden gereden (inderdaad een week later branden diverse waarschuwingslampjes, o.a. olie versnellingsbak en motorolie …) en gaat er zeker een jaar effectieve levensduur zinloos in rook op.
Halverwege stoppen we nog een keer om te eten en dan gebeurt er iets merkwaardigs. Het restaurant (een soort huiskamer met om 10 uur in de avond nog kids die de borden van tafel halen en voetballen met de lege blikjes) ademde al een allesbehalve vriendelijke sfeer uit, als er plotseling ‘Morenos’ wordt gefluisterd. Al het (vrouwelijk) personeel snelt naar de open deur en blokkeert daarmee de ingang. Buiten duiken uit het donker een man of vijftien gewapend op, steken de weg over en verdwijnen in diverse auto’s. Moreno’s is de naam in Guatemala voor groepjes bandieten die in de avond en nacht vanuit de bergen op strooptocht gaan op de PanAmerican met geld en interessante lading als doel. Wij zijn kennelijk niet interessant en gaan gewoon weer op pad. Om twaalf uur parkeren we de bus in de kazerne.
Wauh, wat een verhaal. “Leve de kapotte versnellingsbak” zou ik bijna zeggen. Het ga je goed!
Dag dokters.
Mooi en spannend tegelijk. man.
Je hebt het tandwiel nog niet, begrijp ik.
Vergeet niet de olie erbij te doen.(geintje)
Moest gisteren avond nog ff aan je denken, kijkende naar de motorcycle diaries van Che. Ook hij komt met zijn motorpech bij de Bomberos terecht.
Hij laat hem er achter en gaat verder.
Bij jou gaat het zeker weten anders.
Repareren en verder, as the wind blows.
Misschien, als hij hem had gerepareerd en verder met de motor was gegaan, was hij ook wel als vrije econoom in Guatamala terecht gekomen.
Maar zonder dollen, zorg dat de Lib weer on the road komt en ga ervoor.
gr de Dekkers
He die Ger
Lekker zo’n kapotte bak maak je nog eens wat mee daar in die rimboe
Heb je ook gelijk de zustersverblijven gecheckt en hoe de keuken is misschien wat voor je oude werkgever
He nog geen tandwiel ,ja dokter is drukdoende.
Hoop voor je dat het niet te lang gaat duren ,ga je goed
Harry en Diane
HE inwonende vreemdeling,je word met de dag rijkerga de wind nu maar eens opzoeken om nogeens lekker uit te waaien en nog rijker te worden.
gr Cees