Archive for the ‘On the road’ Category

Dag John

donderdag, december 29th, 2011
Dag John

Rionegro, Colombia, 29 december 2011

‘Ha Gee’ waren de woorden waarmee je me begroette op zondagavond, eind november op het Bolwerk in Gouda. ’Weer een oud beestje op gang helpen’ zeg je, als ik mee kijk met je onder de motorkap van de Citroen Snoeck. Ik hou de zaklantaarn voor je vast. ’Aha, draadje los van de dynamo.’ is je diagnose. ‘Lekker he, sleutelen aan oud ijzer’ zeg ik, terwijl je de motorkap naar beneden duwt. Je praat nog wat, eigenlijk best veel voor jouw doen, tegen de chauffeur die lichtelijk nerveus was en nog niet kan geloven dat jouw advies, ‘ik zou even een rondje rijden over de snelweg naar Reeuwijk’ juist is om de lege accu lekker bij te laden. Ik kan me niet meer herinneren of je de chauffeur ‘meneertje’ noemde of niet, je praatte joviaal. De Snoeck vertrekt. Ik help je met de accu en om nog wat spullen in te laden. ’Ja’, zeg je, ‘kijk maar goed naar deze auto, morgen haal ik een nieuwe op en heb ik lekker een paar dagen om de nieuwe auto’, een Volkswagen als ik me goed herinner, ‘in te richten voor een nieuwe dienst begint’.

John, je bent niet meer onder ons. Daarnet kreeg ik het bericht dat je overleden bent. Meer weet ik niet en hoeft voor nu ook niet. Tranen staan inmiddels in mijn ogen. Ook in Colombia komt zo’n bericht hard aan. We weten allemaal in meer of mindere mate dat het leven niet makkelijk is. Jij wist dat als geen ander. De laatste paar weken heb ik je zomaar een paar keer gezien en gesproken. Je was druk, heel druk. Het leek alsof je op een top zat en wist dat een een dal zou volgen. Het dal is gekomen. Je hebt een goed hart dat nu niet meer klopt. Het grootste leed is dat al het goede dat je in je had voor altijd verloren is gegaan. Je had veel om te geven. Die bloei in je leven heb je nooit kunnen bereiken en dat doet pijn.

En dan dit. Dit schreef je op mijn blog in 2008, ‘Ik zat nog even na te denken over ons gesprek net voor dat je wegging. Toen wist je nog niet waarom je deze trip ging maken en ook niet waarom je de Liberator nam en geen nieuwe fiets nou als ik de verhalen lees heb je de goeie beslissing genomen. Geweldige leuke reacties en ontmoetingen dat was met ‘n nieuwe fiets waarschijnlijk niet gebeurd.’

Dankjewel John nogmaals voor jouw steun. Je bent een goed mens, het doet me pijn dat je alleen de nacht bent ingegaan en de rust hebt gezocht. De belofte die ieder van ons in zich heeft om een goed leven te mogen leiden, heb jij niet kunnen volbrengen tot een natuurlijk einde. Jouw pijn daarbij zullen wij niet kunnen begrijpen. Dankjewel voor alle momenten.

Rust zacht.

Dag John.

Kerst in Colombia

zondag, december 25th, 2011
Kerst in Colombia

Rionegro, Colombia, 25 december 2011

De laadbak van de pickup is afgeladen. Een enorme stereo installatie, matras, tassen vol met boodschappen, dekens, speelgoed en in de Chevy maar liefst 8 mensen (1 baby) en een kat. Het is 29 graden Celcius om 12 uur in Medellin. Het heetst van de dag moet nog komen. Een goed moment om de stad achter te laten voor de Kerst. De Chevy is een rode pickup op hoge wielen en een jaar of vijftien oud schat ik. De kilometerteller staat alle dagen dat ik de auto tot mijn beschikking heb al stil op 202.021 km. Er zijn meer functies die het niet doen zoals de rechterknipperlichten en dimlicht. De claxon functioneert prima en dat is belangrijk. Vanaf Parque Boston voert de route dwars door het centrum van Medellin. In de hitte zoek ik mijn weg ingeklemd tussen auto’s, vrachtagens, bussen, motorfietsen. Links en rechts inhalen of ingehaald worden, motorfietsen schieten voorlangs, bussen braken dieselwalmen uit. Als ik echt van baan moet wisselen en dat lukt niet door me daar in te duwen, gaat mijn arm uit het raam en met zwaaien en wuiven kom ik goed uit voor een afslag. Ik ben met Diana en wat familie en heel veel spullen op weg naar de ‘finca’, een traditioneel gebouwd huisje buiten de stad.

De finca ligt een fors eind van de autopista. De bus Medellin Rionegro stopt waar je wilt en vandaar is het lopen. Nu niet. Met de auto afgeladen hobbelen we door de vele kuilen en opasseren ‘het bataljon’. Het bataljon is een kazerne vlakbij. In Colombia geldt de dienstplicht. Normaal 1 jaar behalve als je jezelf niet vrijwiliig hebt gemeld. Dan mag je twee jaar dienen en krijg je de ‘garantie’ dat je een groot deel van je diensttijd in de jungle mag doorbrengen in eeuwig gevecht met de guerilla. Het zijn zeker een paar honderd 18jarigen die op de een of andere wijze uit het leger denken te blijven. Het leger heeft daarvoor zo zijn opsporingsmethoden. Bijvoorbeeld, op spitsuur sluiten ze de uitgang van een metrostation af en moet iedereen in de doelgroep de juiste papieren laten zien. Heb je die niet, mag je direct plaats nemen achter in een legertruck. Het lijkt ergens in de verte wel een beetje Jodentransport in WO  II, geen fijn gezicht als je bekend bent met dergelijke beelden.

Na het bataljon klimt de zand en modderweg nog verder een lage berg over en dan ontvouwt zich voor je ogen de berg waarop de finca staat. Fier bijna boven op de berg gebouwd op een plat geslagen stuk berg kijk ik vanaf het balkon of de patio uit over het dal met in de verte een hoge bergrug. De bergrug omspant mijn hele blikveld. Tussen de bergrug en de finca niets als groen, heuvels en hier en daar een andere finca. De bergen hebben iets mystieks over zich. Door de enorme afstand hangt er altijd een waas van dunne mist omheen. Als de zon ondergaat kleurt die mist de bergen in een gloed alsof een schilder een aura met glans heeft aangebracht. De heuvels kleuren altijd groen door bossen, struiken en daartussen grasland vanwaar een enkele koe haar aanwezigheid laat horen. Het verschil met de stad kan bijna niet groter.

De Kerst begon al vroeg. Op donderdag ben ik met Diana op bezoek bij familie. Met neef Edmon heb ik afgesproken bij hem te blijven slapen. Edmon woont hoog in barrio La America. Dat is dezelfde wijk waar ik een klein halfjaar heb gewoond. La America voelt als thuis komen. Langs de route die ik dagelijks liep, herkennen de vele winkeliers me met veel handen schudden en omhelzingen. ‘Ach, hoe lang geleden is het toch?’. ‘Blijf je nu wonen?’, ‘Geweldig om je te zien’, ‘Was je van de aarde afgevallen?’ tot het mooie ‘mijn hart zingt van vreugde om je weer te zien’. Kerst betekent in Colombia voornamelijk feest op Kerstavond tot in de volgende morgen. Nu de Kerstavond valt op zaterdag kan het feest al beginnen op vrijdagavond. En zo laad ik de Chevy opnieuw vol met neven, nichten, ooms en tantes en gaan we letterlijk de hoogte van La America in. ‘Hoe hoger je komt tegen de bergen op, hoe gevaarlijker’ is wat de mensen zeggen. Edmon woont hier al zijn hele leven en nu met vrouw en twee kinderen, en broer, en zus en schoonvader. Via steeds nauwere en vooral steilere straatjes klimt de Chevy in eerste versnelling gestaag verder tot aan Edmon’s huis. Het is nog heet. Buiten branden diverse vuurtjes op straat. Mensen dansen, stereo’s staan buiten. Het is middernacht. Een politiepatrouille, altijd zwaar bewapend, komt langs, de straatgek maakt wat gekheid met ze tot groot vermaak. Met Edmon nemen we plaats bij het vuur. Bier en Guaro worden aangereikt. Guaro is de populaire afkorting voor Aguardiente, de meest populaire drank in Colombia. Gemaakt van een bijprodukt van rum (suikerriet) is Guaro een een super goedkope drank die iets weg heeft van Aquavit en Annisette. Met een alcoholpercentage varierend tussen de twintig en dertig procent, drink je dit gezamenlijk uit hetzelfde borrelglaasje, het glaasje gaat gevuld rond tot de fles leeg is en de volgende fles open gaat. Om twee uur gaat bij mij het licht uit. Het spek dat nog op een ander vuurtje ligt laat ik aan me voorbij gaan.

De volgende ochtend vertek ik waar ik dit verhaaltje begon, met de pickup afgeladen naar de finca. Op vrijdagavond, Kerstavond, gaat het feest verder met een ander deel van de familie. De stereoinstallatie staat op de patio opgesteld en blert Salsa, Vallenato en Mariachi de koude nacht vol sterren in, Guaro gaat rond. Door de hoogte koelt het goed af buiten en daar maak ik nu gebruik van door om nog een beetje op tijd te gaan slapen. Op Kerstdag komt een groot deel van de familie naar de finca en maken we een traditioneel gerecht op houtvuur, Sancoche, een maaltijdsoep. Eerst nog de mis bij het bataljon.

Le Point de Vue

maandag, december 19th, 2011
Le Point de Vue

Chiny-sur-Semois, 22 november 2011

De hemel is vuurrood boven Antwerpen rondom vijf uur op deze november vrijdag. Te laat op pad door toch weer werk op vrijdag. De zon gaat zo langzaam onder dat Antwerpen volledig rood kleurt. Voorbij Brussel, donker en koud, na een paar kilometer file, stop ik om te tanken, alleen een bankkaartautomaat om af te rekenen. Binnen zoek ik warme chocomel, dat staat wel aangegeven op de prijslijst, maar het Douwe Egberts apparaat geeft het niet aan. ‘Lait chaud’ klinkt me te weinig chocomel. Een kleine cappuccino voor € 1,50. Twee boterhammen met pindakaas daarbij en ik kan weer verder. De motor staat in het parkeervak pal voor de deur. Een man hangt tegen een betonnen vierkant waarin je afval kunt deponeren. Een pakje Gauloises ind ehand, sigaret uit zijn mondhoek onder een grote grijze snor. Pas na een paar seconden valt de helm op het blok beton me op. ‘Hallo’. ‘Bon soiree’ komt retour. Hij vraagt in het Engels met een zwaar accent, over de route op het spatbord, over de leeftijd van de motor. Zijn ultra moderne BMW GS 1200 staat met een auto daartussen in het naast gelegen parkeervak. We wisselen wat gedachten uit, over de praktische voordelen van oude techniek, de voordelen van nieuwe en zo keuvelen we wat af. Buiten, in de kou, de sterren zijn ‘aan’. ‘Kijk uit voor de Belgische chauffeurs’ zegt hij. Ik antwoord ‘en dan vooral voor de brandende sigarettenpeuken’ die de Belgen naar buiten werpen. Hij knikt verrast maar herkent het fenomeen. Hij is verrast door mijn observatie. Voor hem is dit inderdaad gewoon. Hij twijfelt even over zijn eigen sigaret voor hij die uitdrukt op het beton.

De motor trilt iets meer als gebruikelijk. Ketting en tandwielen zijn volledig versleten. Misschien zijn het wel trillingen vanuit het inwendige, of de versnellingsbak. Het kan van alles zijn. Het maakt me op dit moment niets uit. De motor rolt voortreffelijk, rijdt in haar eigen cadans, maakt prettige geluiden daarbij. De koude wind in mijn gezicht, dik ingepakt, neemt de cadans van de motor mij mee naar een rust en ritme dat ik de afgelopen weken kwijt was. Korte ritjes zijn leuk, maar in Nederland met het vele en drukke verkeer, verkeersdrempels en stoplichten, wakkert het een gevoel van onrust, onbehagen in me op. Nu ik op de motor zit met een doel dat vanaf de start gerekend 325 km verderop ligt, komt dat gevoel van ‘reiziger-zijn’ terug. Dat gevoel alleen met de motor op pad. Dat gevoel maakt me rustig, brengt me terug tot het ‘nu’.

Ik trek mijn legerwanten aan, camouflagekleuren van buiten en gele wol gevoerd van binnen. Die wanten heb ik ooit gekregen van Ton en nooit gebruikt. Nu wel, het is intens koud in de heldere nacht. De eerste lange hellingen volgen. Ik buig voorover om zo min mogelijk wind te vangen. Op een enkele helling komt een auto of vrachtwagen erg dichtbij van achteren. Over de top heen, kan ik weer afstand nemen. Afslag 26 moet ik nemen. Na 23 volgt …. ‘23a’ en na 24 volgt ‘24bis’. Eindeloos lijkt het. Na afslag 26 is de weg aardedonker. De koplamp van de Lib toont niets. Ik rij op de strepen. Af en toe een tegenligger verblindt. Een grondmist komt opzetten. In Neufchateau herinner ik me de weg, de afslag Florenville neem ik zonder te zoeken. Ik kan een poosje achter een oud model Peugeot 205 de slingerweg volgen. Tot ik hem ook kwijtraak op de steile stukken omhoog.

De afslag Chiny kan niet missen, zelfs niet in de mist die nu in de duisternis is komen opzetten. In tweede versnelling volg ik de weg. Op een lange helling omhoog nadert vanaf de andere kant van de top een auto met grootlicht. De mist licht op in stralenbundels omhoog. Het voelt alsof iemand aan iedere vinger een enorme biundel licht de hemel instuurt. Hoe meer ik de top nader, hoe meer het lijkt alsof ik door stralenbundels heen de hemel in rij. Hoe kan dat nou? Feller en steeds feller schijnen de lichtbundels vanaf de andere kant van de top omhoog. November is het jachtseizoen. De weg is recht en stijgt nog steeds.Zijn dit jagers die op groot wild wachten? Of word ik zelf van achter opgejaagd en rij ik recht de fuik in? Als een ouderwetse jachtpartij. Een tegenligger had me allang moeten passeren. Ik rij het steeds fellere licht in. Omkeren lijkt me geen optie. Ik denk echt dat ik de hemel in rij. Ik passeer als eerste de top. Het felle licht is nog het enige wat ik zie. Ik kijk recht de koplampen in. Recht in de koplampen van …. een trekker. Een trekker met normale koplampen en een soort van schijnwerpers naar voren gerichtvan de aanhanger. Dat verklaart het langzaam steeds fellere licht. Even later passer in de brug van Chiny. Een minuut later zet ik de motor stil voor Le Point de Vue. Bestemming bereikt.

De komende dagen ben ik te gast in hotel restaurant Le Point de Vue bij Richard, Stephan en Eddy. Dank voor alle verzorging, gezelschap en rust.

Amurang

vrijdag, juni 3rd, 2011
Amurang

Om half twee in de nacht loop in de wc van Don Bosco, Peter tegen het lijf. ‘God, man, ik dacht dat ik je nooit meer zou zien’. ‘Jemig, dat je terug bent’. De legergroene Liberator waar ik langs ben gereden om een kampeerplekje te zoeken kwam al vaag bekend voor. Het eerste kwartje van dit weekend valt.

Vandaag ben ik vrij. Eindelijk. Na een periode van vijf dagen werken nu weer terug naar de afspraak, vier dagen per week. Een afspraak met mezelf en met mijn werkgever vast gelegd in een arbeidscontract. De afgelopen periode van vijf dagen intensief, lange dagen met volop druk en stress, leert me direct dat ik mijn hand overspeelt heb. Fysiek voelt het slecht en in mijn hoofd komt het al helemaal niet goed, omdat ik niet doe wat ik wil. Deze vrijdag is de eerste week van weer terug naar een normale week. Zonnig en warm in de zon. Overdag doe ik boodschappen en een paar werkdingetjes. Met heimwee in mijn lijf is mijn stemming toch wat in mineur. Heimwee naar het leven ‘on the road’. Lekker overzichtelijk allemaal. Heimwee ook naar Colombia, Argentinie, Nicaragua, Mexico, El Salvador, Chili en al die landen waar ik lang heb mogen blijven, mensen heb leren kennen, de maatschappij van dichtbij mee heb mogen maken. Naar dat twee jaar durend voorrecht heb ik heimwee. Een stemming die me minder effectief maakt, niet lui of sloom, maar een beetje nietserig. Misschien ook wel een anti-reactie op het werktempo en de efficiëntie wat zo gewoon is in het dagelijkse leven in Nederland. Een anti-reactie omdat ik daar twee jaar uit ben geweest en een volstrekt ander ritme heb aangenomen. Een anti-reactie om de overdaad aan efficiëntie te compenseren door rustig aan, door een niet iedere minuut vol gepland bestaan. Dit is wat ik voel op de laatste vrijdag van mei.

In de middag besluit ik naar de meeting van de Antique Motorcycle Club of America te gaan. Ik loop niet over van zin. Als ik vrijdag ga, kan ik wellicht zaterdagavond aansluiten op het 30+-feest in SoWhat waar veel bekenden uit het Goudse naar toe gaan.

Om half acht in de avond start ik de motor. Het is al fris. Don Bosco in Rijswijk is met 35 kilometer lekker dichtbij. De AMCA heb ik van dichtbij leren kennen in San Francisco. Vince die me helpt met de koppelingsproblemen is lid en sleept me mee naar een clubavond boven het pizza restaurant. De club adopteert me en de opbrengst van de verloting voor het goede doel ben ik die avond. Gaaf. De AMCA is een paar jaar geleden ook naar Europa over gewaaid. Nu de jaarlijkse meeting van de Europese tak zo dichtbij is kan en wil ik niet wegblijven.

Met het laatste daglicht zet ik mijn tentje op. Het is rustig en ik kies een grassig plekje tegen de heuvel met hoge oude bomen. Vanaf het heuveltje kijk ik op de slotgracht. Bomen liggen half over de gracht, onkruid tiert welig, de buitenwereld is even weg als ik hier alleen zo sta. Binnen bij de bar is het lekker. Met DJ Ron praat ik de avond weg. Tegen half twee val ik bijna om van de slaap. Met mijn toilettasje loop ik de wc in en daarbij Peter tegen het lijf. Even bijpraten bestaat niet en daarmee is het snel over half drie als ik mijn slaapzak op zoek.

Zaterdag overdag druppelen de klassiekers de hele dag binnen. In de namiddag heb ik het wel gezien. Tijd voor een feestje in Gouda. Ik stuur een SMS om nog een kaartje te bemachtigen. Geen reactie. Aan de bar trek ik net een derde biertje open als Jos over de telefoon meldt dat hij nog een kaartje weet. Te laat. De derde smaakt uitstekend. Daarbij, ik heb de iPad al op de champions league finale scherp gezet. Tijdens de roadtrip heb ik de waarde van voetbal opnieuw ontdekt. Waar je ook bent in Latijns-Amerika en ondanks dat geen teams daar vandaan mee doen, de finale is een spektakel waarvoor het maatschappelijk leven even stil staat. In 2099 was dat in Granada, Nicaragua en in 2010 Medellin, Colombia. In de Tropen vanwege het tijdsverschil op het heetst van de dag met een grote groep mensen de finale kijken. Nu 2011 in Rijswijk volgen we met z’n drieen de finale op mijn iPad.

In de pauze komt een boomlange, brede gozer op me af. ‘Ben jij Jan Gerben?’. ‘Hallo, ik ben Dirk’ Het kwartje valt direct. Dit is dus de man met ik de afgelopen weken wat e-mail contact heb gehad. Dit is de man die over een week met een jaren ‘40 Harley van Leeuwarden naar Indonesië vertrekt. Rijdend, samen met Jane, zijn vriendin die op een servi car rijdt. De tweede helft van de finale heb ik niet meer gezien. Ze verwachten in zes maanden zo’n 25.000 kilometer af te leggen. Een zes maanden plan, waar ken ik dat van? Hun route loopt via Rusland, Mongolië, China, Thailand om maar wat landen op te noemen. Ze doen dat voor een goed doel, een weeshuis op het eiland Amurang. Een hoop kinderen hebben daar hun beider ouders verloren tijdens godsdienstrellen wat jaartjes geleden. Dirk en Jane hopen met hun reis per kilometer een Euro sponsorgeld voor dat doel binnen te rijden. Hun vertrek staat gepland op maandag 6 juni. Via de Superrally in Litouwen gaan ze verder oostwaarts. Opnieuw ga ik pas tegen drieën slapen. Alhoewel slapen, volop onrust in mijn lijf. Wat een prachtig plan. Ik zou zo maar aan willen haken.

Het lucht-gevuld-matje is na een paar uurtjes leeg gelopen. Het is nog niet eens schemer als ik dat opmerk. Ik laat het zo. Het gras licht ook goed.

Na twee nachtjes kamperen, motor naast het tentje, biertje in de avond, ontmoeten van oude vrienden en nieuwe helden klaart mijn stemming eindelijk wat op. Eigenlijk had ik thuis willen blijven. Beetje kniezen alleen. Nu ben ik gegaan, de motor draait ondanks olieverbruik van een liter op 400 kilometer prima, en het belangrijkste, niet verwacht, oude maatjes uitgebreid gesproken en nieuwe helden ontmoet. Kamperen, mensen, motor, prachtige Klassieker motoren, biertjes, het was een goed weekend. Gewoon weer naar ‘buiten’ gaan, dat helpt me. Alweer een kwartje dat valt, ik moet dus tactieken verzinnen tegen de heimwee.

Dirk en Jane zijn te volgen op: www.LeeuwardenAmurang.com

Het is al laat zondagmorgen als ik van hen afscheid neem. ‘Nou snap ik wel waarom je twee jaar weg bent gebleven’ grapt Dirk als mijn tentje nog staat. Een grote gozer, stevig van postuur en uitstraling, duiker van beroep, en een fragiel maar dapper vrouwtje, baan opgezegd. Motoren uit 1942 en 1968, op weg naar Indonesië. Ik hoop, wens en gun ze een superreis! ‘Vaya con Dios’.

Don Carlos

donderdag, februari 17th, 2011
Don Carlos

De eerste keer dat ik Don Carlos ontmoet is het begin september 2009 in Medellin, Colombia. Vanaf Cartagena zijn Marcus en ik beland in Poblado. Een wijk vlak op het centrum waar rijk en Westers lekker mingelen. Bars, restaurants, hotels en hostals, alles van prima kwaliteit, uiteraard met een kwaliteits prijskaartje. Wij hebben mazzel, bij Paul de motorrijder-eigenaar van Casa Kiwi kunnen we voor de helft van de prijs een prachtige kamer gebruiken, de week daarvoor was het plafond gaan lekken tijdens een nachtelijke stortbui, ‘het is nog een beetje vochtig, maar toch zeker droog’ zegt hij enthousiast. wij blij, met een ventilator dacht en nacht op stand maximaal kunnen wij best leven in het hart van de uitgaanswijk.

In mijn zoektocht op zondag naar het graf van Pablo Escobar, hij ligt in een familiegraf aan de buitenrand van Medellin in een wijk waar hij nog steeds vereerd wordt, doet m’n rem moeilijk. De achterrem blijft keer op keer hangen. Dat is lastig en vervelend. Vervelend omdat we maandag vanuit Medellin eerst de bergen over moeten steken  om richting Cali te gaan. Afijn, ik krijg op straat sleutelend voor het hostal de rem wel weer aardig, maar ben niet tevreden. Op maandag kom ik via een motorrijder bij Suzuki Super Servicio terecht (zie archief als je daar meer over wilt lezen). Don Carlos zwaait de scepter en is bekend met motorreizigers. Op de een of andere wijze, weten de meeste van hen Don Carlos te vinden. Hij vindt Betsy prachtig, een Liberator heeft hij nog nooit door de stad zien komen. De monteurs maken een werkbank voor me vrij. Behalve het achterwiel gaat ook het voorwiel, koppeling, remmen, wiellagers en meer uit elkaar. Maandag klaar dacht ik, gaat over in dinsdag, woensdag en zaterdag pas klaar. In die dagen leer ik Don Carlos beter kennen. Mijn werkbank staat naast de zijne. Vaak laat ik hem wat onderdelen zien en meestal heeft hij eerder als ik al direct in de gaten waar de (rem-)schoen wringt. Het oog van de meester.

Klein van stuk, begin 50, vrijgezel zonder kinderen, motorenthousiast in hart en nieren, een Bahaj (made in India) motor voor naar het werk en een Suzuki Freewind (1 cilinder 650cc) voor de echte ritten, drinkt geen druppel alcohol. Samen met een vriend heeft hij tot Canada gebracht (hoe precies heeft hij nooit willen vertellen) met een motor om daar werk te vinden als monteur. Zijn vriend heeft een werkvergunning gekregen en hij niet. Verplicht terug. Vooral in de jaren ‘80 was het niet bepaald een aanbeveling om uit Medellin te komen. Don Carlos is een monteur met hart voor zijn werk en een schat aan ervaring. Als hobby en extra inkomsten restaureert hij antieke trucks voor rijke liefhebbers. De typische monteur die werkelijk alles aan de gang en gerepareerd krijgt. Het is dus niet vreemd dat zijn fotoboek met motorreizigers een forse omvang heeft in meer als 30 jaar sleutelen.

In maart 2010 ben ik weer terug met de motor. Opnieuw maak ik van de werkplaats langdurig gebruik voor groot onderhoud. Ik ben als kind aan huis daar. Begin vroeg in de morgen of in de middag als ik de ochtend aan het schrijven ben. Meestal neem ik een twee liter fles limo mee voor de monteurs in de pauze, of wat lekkers van de bakker om de hoek. In Medellin, net als overal in Midden- en Zuid-Amerika clusteren soortgelijke winkels, werkplaatsen bij elkaar. In deze wijk, pal in het centrum, zijn de grote motorfiets werkplaatsen gevestigd en een keur aan toeleveranciers en winkeltjes die daar op de een of andere manier mee te maken heeft. Regelmatig ga ik met 1 van de monteurs op pad voor het zoeken of laten maken van onderdelen. Gringo’s kom je hier niet tegen en dus komt het zo maar voor dat voor een boodschap van een half uur een veelvoud daarvan duurt. Veel praatjes her en der en altijd met koffie voor omgerekend 20 eurocent uit een barretje annex mini-supermarkt annex ontbijt- of lunchrestaurant tussen de werkplaatsen.

In die tijd maak ik mee dat de economische crisis toeslaat. Monteurs vliegen eruit, directeuren of managers niet. Ondanks dat de monteurs een arbeidscontract hebben, dat is al heel wat, maak ik van dichtbij mee wat de waarde daarvan is, zeg maar netjes wc-papier. Don Carlos vindt een baan als voorman voor een groep van dertig monteurs bij een grote autowerkplaats. Dat is mazzel, het loon schandalig laag, maar ja, het is tenslotte crisis.

Ook als Don Carlos elders werkt hou ik contact. In Colombia bestaat een prima internet cultuur met overal internet cafe’s en sommigen hebben zelfs thuis internet. Zo sta ik op de verzendlijst van veel mensen die enthousiast mails aan elkaar rondsturen. Meestal zijn dat religieus getinte positivo mails bestaande uit bidprentjes of boodschappen met bijbelteksten in powerpoint vorm of boodschappen waar je op moet reageren om een gratis computer te winnen, of als je de mail doorstuurt naar 10 anderen zal je die dag een wonder gebeuren, kortom veelal berichten die ik met een half oog lees. Maar soms, soms zit er een bericht tussen dat me opeens raakt, emotioneert of enthousiasmeert, zo kreeg ik vandaag van Don Carlos de volgende youtube link doorgestuurd:

Het is een filmpje van net geen vier minuten, afkomstig uit Taiwan maar met Engelse ondertitels alhoewel de beelden voor zichzelf spreken. Prachtig om te zien dat emoties geen grenzen kennen. Een prachtig verhaal in een mini-filmpje.

http://www.youtube.com/watch?v=vksdBSVAM6g

Geniet en hou je dromen levend!