Archive for the ‘On the road’ Category

Het spoor

zondag, augustus 23rd, 2009

Playas del Coco, Costa Rica, 23 augustus 2009

Het is een andere wereld waar ik in ben beland. Na de zaterdag met een live optreden van Uel Jackson uit Texas en benzine geld inzamelen voor Betsy blijft het feest in La Vida Loca. Alhoewel ik klaar ben om te gaan blijf ik hangen, helemaal begrijpen doe ik dat niet. Met de yankees waarmee ik optrek uit Oklahoma en Louisiana is het goed vertoeven. De vele activiteiten die hier te doen zijn laat ik links liggen. Maar via-via gebeurt er van alles: via-via trek ik een dag er op uit met een oorspronkelijk Franse tweemaster uit 1957, via-via mag ik een 1200cc Jetski loslaten op het water, tot bijna 60 mijl op het water trek ik die vol open, dat is sneller als ik op de weg rij! Via-via maak ik de zonsopgang mee vanaf een powerboot (twee 8-cilinder 454 cubic inch motoren van elk 450 pk). Dinsdag duikt Derek, de producer, tot mijn verassing alweer op. Eerder terug uit het regenwoud om hier nog wat rond te hangen. Uiteraard betekent dat een paar dagen blijven hangen om met hem op te trekken.

Het is vrijdag als ik terug kom sloffen uit het dorp op m’n versleten Croc’s, shorts en kado bar t-shirt met boodschappen tas behangen als twee motorrijders vlak voor me stoppen. Een Kawasaki en een BMW, helemaal uitgerust voor de grote reis in kleding en bepakking zoeken ze een parking met hotel. Na een kort praatje schudden we handen en leer ik dat zij vanuit Canada onderweg zijn. Nog voor ik mezelf voor kan stellen onderbreekt Marcus me: ‘ben jij de Dutch guy met de Harley? Man, we hebben al verschillende keren in Nicaragua van je gehoord’. ‘Als wij ons verhaal doen, horen we steevast in diverse variaties, ken je de Hollander met die oude Harley, onderweg vanuit Alaska’, ‘volg je zijn spoor?’ Het meest geweldig is echter ‘je weet vanzelf als je hem tegenkomt, hij heeft altijd een grote glimlach op zijn gezicht´.  Wow, dat is nog eens een compliment en zo voel ik het ook nog steeds, iedere dag ben ik oprecht dankbaar voor de mensen die ik ontmoet, de ervaringen die ik mag beleven en simpelweg voor hetgeen ik mag doen. Als ik het op de keper beschouw: materieel gezien ben ik van mijn leven nog nooit zo arm geweest als nu, ik leef al een jaar vanuit m’n grote plastic motortas, variatie in kleding is er alleen als ik ook zoals hier t-shirts kado krijg, maar geestelijk gezien ben ik altijd gelukkig zoals gelukkig zijn kan zijn! Ondanks ziek, pech & momenten van alleen of melancholie, iedere dag in vrijheid doen wat ik mag doen is het grootste geschenk dat ik ooit heb mogen ontvangen!

De twee Canadezen gaan hier vandaan voor een tijdje ieder zijns weegs, Scott duikt onder in het regenwoud en Marcus wil graag een paar dagen met me oprijden. Het plan voor zijn roadtrip: Canada – Argentinie – Zuid-Afrika – Europa – Mongolie – Japan, twee jaar of meer. Maandag vertrek ik. Net zoals met Vern in Mexico, opnieuw met een Kawasaki KLR 650 eencilinder in mijn kielzog. De route van Martijn, langs de kust met de veerboot naar Punta Arenas om in San Jose de PanAmerican highway weer op te pakken richting Panama. In San Jose hoop ik een oliefilter te vinden, mag inmiddels wel, het huidige filter doet al sinds Oakland, Calfornie dienst, de teller vanaf Alaska staat inmiddels op ruim 19.000km. De weersvooruitzichten zijn niet goed. Het regenseizoen is sinds een paar dagen in alle heftigheid los gebarsten en we gaan gedeeltelijk door het regenwoud, regenseizoen in het regenwoud, ben benieuwd. Vanaf vertrek zal ook de temperatuur fors gaan zakken. Hier aan de kust is het warm, heet en meestal droog. Vanaf San Jose regenwoud en bergen, in Panama zal dat pas veranderen.  Wat ik niet begreep, waarom blijven hangen, valt opnieuw in de categorie niets gebeurt zonder reden: Ik zie er naar uit om een paar dagen met Marcus op te rijden, het spoor dat ik in Centraal Amerika trek voor even naast een ander zijn spoor.

Pura Vida

donderdag, augustus 13th, 2009

Playas del Coco, Costa Rica, 13 augustus 2009

Costa Rica brengt een heel ander gevoel met zich mee als Centraal Amerika tot dusver. Duidelijk welvarender, veel reclame langs de weg voor Westerse merken, de supermarkt heeft alles wat je nodig hebt voor normale prijzen, auto’s zijn van recente bouwjaren, veel gringo’s die hier wonen & werken, toerisme volop aanwezig, al meer Harley’s gezien dan vanaf Mexico tot en met Nicaragua, kortom Costa Rica heeft een veel meer Westerse ‘look & feel’ dan ik tot nu toe heb gezien vanaf Arizona. Playas del Coco is een mini badplaats aan het strand met 1 voor mij geweldige tent, La Vida Loco, Jimbo zorgt voor me en vanmiddag heeft hij een ‘meet and greet’ met de Flying Dutchman zoals ze me hier noemen en Betsy georganiseerd, voor mij en de motor en gaat met de ‘pet’ rond. Met de Hermosa Bad Boys motorclub ben ik op pad, prachtig t-shirt mee gekregen. Met de ‘bende van vier’ (vier nogal onafhankelijke, directe, veel praats, goedlachse, 100% toffe Nederlandse meiden), ben ik ruim een dag en een nacht opgetrokken. Maar helemaal bizar; op dinsdag ben ik geinterviewd door Derek, een onafhankelijke Hollywood producer van voornamelijk documentaires die hier op vakantie is maar voor de fun toch met drie camera’s op pad is. Een interview van ruim een half uur op het terras van La Vida Loca, palmbomen, strand en een diepblauwe zee als achtergrond. Vervolgens camera op de motor gemonteerd en rondje rijden, camera op de helm en weer een rondje rijden. Vooral ook bijzonder na een nacht doortrekken met hem en de bende van vier tot laat, hij is op doorreis dus nu of nooit. Eveneens bijzonder omdat zowel hij als ik al vroeg in de ochtend op de afgesproken tijd hiermee bezig zijn. Dat op tijd is even wennen in Centraal Amerika. Doel van hem is om er een acceptabel filmpje van te maken voor internet. Geen idee wat daar uit gaat komen, wel leuk om te doen en mee te maken. Zijn goedkoopste helmcamera heb ik van hem over genomen, een must voor wat ik doe volgens hem. Ga daar nu wat proefopnames mee maken die hij dan gaat bewerken na zijn vakantie. Ben benieuwd.

La Vida Loca

maandag, augustus 10th, 2009

Playa del Coco, Costa Rica, 9 augustus 2009

Gisteren de grens gepasseerd, heeft maar liefst vier uur geduurd voor ik Nicaragua uit en Costa Rica binnen was, zelfs met helpers was het bepaald geen feest. Wat de grenzen in Centraal Amerika lastig maakt is de onduidelijkheid van wie en waar. Dat geldt zowel voor vertrek uit het land als de binnenkomst van het volgende land, twee keer dus! Wat ik nodig heb aan stempels aan papieren weet ik meestal wel van te voren, de procedures zijn niet ingewikkeld. Maar wat ik niet weet en vooral onduidelijk is waar ik de betreffende ambtenaar kan vinden. Iedere grens bestaat aan beide kanten (met een niemandsland daartussen van een kilometer of soms nog meer zoals El Salvador – Honduras) uit een verzameling gebouwtjes zonder aanduiding en van iedere instantie (drie tot vier) heb ik voor iedere handeling exact de juiste ambtenaar nodig. Ondertussen heen en weer naar een bankloket voor betaling, soms in de valuata van het land die je niet hebt (en ook niet vantevoren kunt kopen) en dus ondertussen geld wisselen in wisselkoersen die je in een enkel geval niet van te voren weet (de ´bank´ aan de grens vertelt je dat zeker niet, zij hebben connecties met de handelaren op straat). Voeg daarbij de verzameling handelaaren, bedelaars en gespuis die je omringen als een zwerm muskieten zodra je de moter neer zet, en het beeld is compleet. Doordat ik alleen reis heb ik ogen in mijn rug en zij nodig. Die heb ik niet en dus maak ik gebruik van lokale helpers die precies weten welke snor ik nodig heb en waar die zich bevind voor ieder papier, kopie en stempel. Dat kost een paar dollar en daarvan betalen zij weer helpers die de motor bewaken. Als dat goed gaat ga ik relatief snel door de grens. De helper kies ik op intuitie en dat gaat tot nu toe meestal goed en soms is dat geweldig. Mijn Nicaragua man deed me bij binnenkomst in Nicaragua versteld staan, na zo´n 10 minuten onderhandelen over prijs en wat ik daarvoor krijg, gingen maar liefst drie ventjes op pad om iedere snor op te zoeken, inspectie op scherp te zetten en altijd als laatste instantie de politie voor te bereiden (mag je doorrijden of controle van papieren of slechtste geval mag alle bagage open), en voor mij plaats te nemen in de wachtrijen. Overigens betalen de helpers op hun beurt weer de diverse ambtenaren voor privileges zoals een snelle doorlooptijd voor het betrteffende loket of inspectie. De beste helpers hebben een speciaal geplastificeerd kaartje om de nek waarmee zij zich proberen te onderscheiden van de vele mensen die je bijna letterlijk bespringen bij aankomst en ook allemaal met kaartjes e.d. zwaaien. Een economie op zich die volledig op smeergeld draait. De beloning ligt in het gevoel van opluchting en vette grijns als je de eerste kilometers in een nieuw land aflegt en de motor tevreden ronkt na de uren wachten in de brandende zon.

Afscheid van Nicaragua was emotioneel, Jimmy en m’n meissie zijn meegereisd tot aan de grens. De grens is dan echt een grens, alleen er door heen, vrienden die achter blijven, vette dieselwalms van de bussen en trucks die hun motoren laten draaien en vooral veel gedoe om me heen van mensen die hun diensten aan willen bieden, geld willen wisselen, geld bedelen. Zoals gezegd, vier uur lang is dat beslist geen pretje met de tranen nog achter m’n ogen. Inmiddels ben ik in La Vida Loca bij Jimbo beland, een vriend van Jimmy Three Fingers, een bar restaurant aan het strand van Playa del Coco. Afgelopen nacht heeft Betsy in de bar overnacht, gewoon via het strand binnen gereden. Op verzoek van Jimbo met Betsy de bar ingereden vanwege de herdenking van zoveel jaar Jerry Garcia weggevallen, live muziek en veel Grateful Dead muziek. Voordeel van Costa Rica is dat ik ook landgenoten tegenkom, na het Grateful Dead feest gister’avond vanochtend ontbijt met vier Nederlandse meiden, van Frans een zakje drop meegekregen en mensen die spontaan m’n rekening betalen als ze Betsy zien en m’n verhaal horen, ook nieuw voor me.

Granada, Nicaragua, 4 maanden later

zaterdag, augustus 1st, 2009
Granada, Nicaragua, 4 maanden later

Granada, Nicaragua, 1 augustus 2009

Bij iedere grens stelt de douane de vraag hoe lang denk ik in het land te verblijven of nodig te hebben om door te reizen. Meestal krijg je dan een standaard visum voor een maand, alleen in Honduras kreeg ik slechts drie dagen en is mijn paspoort daarmee vet gestempeld, zelfs de maximale verblijfsduur voor de motor (vanwege het ´milieuprobleem´ olie op en onder de motor) is met een speciaal stempel in mijn paspoort gezet. Na het niemandsland tussen Honduras en Nicaragua (ruime kilometer) kan ik me nog goed herinneren het antwoord dat ik gaf aan de douane man van Nicaragua op zijn vraag ´hoe lang´, namelijk vier dagen. Inmiddels ben ik vier maanden verder en is heel veel gebeurt, veel heb ik daarvan opgeschreven maar nog veel meer niet en is nog te vers om op te schrijven. De contouren daarvan zijn echter zichtbaar in de moeite die het me kost om te vertrekken.

Want wat maakt het lastig om na vier maanden in Nicaragua hier te vertrekken? Opnieuw alleen op pad met tenminste nog 1 echt lastige grens voor de boeg (Nicaragua – Costa Rica, verwachte gemiddelde doorlooptijd 2,5 tot vier uur)? Opnieuw achter laten van het inmiddels vertrouwde en bekende?

Ondanks dat ik veel heb geschreven over mijn tijd hier heb ik relatief weinig geschreven over de dingen die me heel persoonlijk en direct hier hebben geraakt. Afgelopen maanden heb ik niet alleen een vriendin hier op na gehouden maar heb daarnaast voor een gezin diverse financiele problemen (gas, medicijnen etc) weg kunnen werken, een ventje van 12 financieel op school kunnen houden, mee betaald aan de ziekenhuisopname van het pas geboren ventje van de politie kapitein (inmiddels weer´alive & kicking´) en weer een ander meisje gesponsord in haar school verplichtingen. Dat heeft me ook veel gebracht, ik vind het geweldig om zoveel mogelijk het normale leven van dichtbij mee te maken. Familieruzies, verjaardagen, werkproblemen, schoolperikelen, ziekenhuisbezoek, getob met bureaucratie & instanties, vrijwel dagelijkse uitval van electriciteit en water (soms tot 8 uur en dat overdag), cultuur & gewoontes, corruptie, rouwbijeenkomsten en de kleine vreugdes van het leven zoals de vele feesten (hoe armer het land hoe meer redenen voor fiestas). Ik kon dat doen door uiterst goedkoop te leven, lang op de bank van Wayne´s huiskamer inmiddels in een mini huisje onder een aluminium platen dak maar op een steenworp afstand van het in 1524 door de grote heerser Francisco de Cordoba gestichte fort annex kerk annex klooster San Francisco (hij maakte Granada tot hoofdstad voor geheel Centraal Amerika), kook & was zelf of de familie zorgt voor me en iedere cordoba en dollar draai ik twee keer om. Aan dat alles komt nu een einde aan, mijn budget is niet oneindig en ik ben toe aan een volgend hoofdstuk. Mijn visum nadert haar einddatum en is niet meer verlengbaar. Mijn meissie en degene die ik heb gesponsord zijn daar om uiteenlopende redenen triest over en dat is begrijpelijk. Ondanks dat ik in alles probeer goedkoop te doen en beslist niet met geld strooi, blijf ik een suikeroom in een land waar het gemiddeld maand salaris ongeveer 150 dollar bedraagt maar veel mensen op een dagloon (!) staan van ongeveer twee en een halve dollar (dag = 10 uur). Met relatief weinig kun je hier dus goed doen. Dat maakt mijn doel voor het vervolg van de roadtrip ook relatief, wie ben ik om te mogen doen wat ik doe en wanneer is genoeg ook echt genoeg?

Dit is de achtergrond die vertrekken moeilijk maakt, mensen die in de afgelopen maanden op me konden rekenen staan er weer alleen voor, gepaste bescheidenheid over mijn volgend doel (Zuid-Amerika) en de wetenschap dat ook ik slechts een voorbijganger in de tijd ben. Wat doet mijn reis er feitelijk aan toe? Kan dat uiteraard niet zeggen, maar de innerlijke drang voor nog een vervolg is zeker aanwezig. Ik schat dat mijn budget nog goed is voor twee, maximaal drie maanden reizen, geheel afhankelijk van hetgeen ik op mijn pad tegenkom. Het antwoord ligt in God, gezondheid, geld en de motor en ik sla het blad om voor weer een volgend hoofdstuk, met dank aan Bob Seger:

´On a long and lonesome highway, you can listen to the engine moaning out its one lone song, you can think about woman, or the girl you knew the night before. But your thoughts will soon be wandering, the way they always do. Say, here I am, on the road again. There I go, turn the page´.

Deze dagen voorbereidingen voor vertrek!

Revolutie

zondag, juli 19th, 2009
Revolutie

Granada, Nicaragua, 17 juli 2009

De weg vanaf de Casares aan de kust is verlaten. Het verrast me als ik na een heuvel een politie post zie. Ik stop op hun aangeven. Geen schaduw, het is heet en de papierwinkel is opgeborgen, niet handig. Als eerste overhandig ik m´n internationaal rijbewijs. Fout, dat blijkt verlopen (slechts 1 jaar geldig, hoe handig deze geldigheidsduur), psychologisch gezien kom ik op achterstand en zij groeien in hun rol. Mijn gewone Nl-rijbewijs levert een probleem op. In combinatie met het internationale rijbewijs en mijn kenteken papieren kunnen zij niet ontdekken of mijn rijbewijs geldig is voor Betsy. Op mijn kentekenpapieren (deel 1 uit 1954) ontbreekt namelijk een gewicht en op de vertaling staat bij de categorieen een gewicht ingevuld. Ze geloven me half om half als ik aantoon dat de motor al 10 jaar in mijn bezit is, dat het rijbewijs in orde is. Daarna blijft het tobben. De tijdelijke motor importvergunning is verlopen, dat weet ik. De boete is 1 USD per dag te voldoen als ik de grens overga, ook dat weet ik, maar als je niet op weg bent naar de grens kan de politiekapitein die ik eerder daarover sprak me geen helder antwoord geven over wat de boete is of anders mogelijk is (inbeslagname). Maar dan mijn visum, ook dit blijkt verlopen. Hun conclusie is simpel, `jij en de motor zijn illegaal in Nicaragua´, ik verblijf illegaal in het land! Geeft een raar gevoel van binnen om twee politie-agenten dit tegen je te horen zeggen en te herhalen. Vervolgens kom ik een soort kruisverhoor terecht, waar vandaan, waar naar toe, hoe lang etc etc. De sfeer klaart enigszins op als ze horen dat ik vanuit Brian´s huis in Casares ben vertrokken. Zij kennen Brian van zijn Harley en zijn vriendin (eveneens agent). De motor trekt vervolgens hun aandacht, de olie overal, geen electro starter etc., vooral de handschakeling van de versnellingsbak is voor hen alsof de motor van Mars komt. Al pratend trek ik een steeksleutel te voorschijn om mijn spiegel vast te zetten. Als ik de agent dat laat doen lacht hij breeduit. Het is heet en we hebben allemaal dorst. Na een klein uur mag ik voor de prijs van 2 Coca Cola vertrekken, ´no problemo´.

De papieren voor de motor zijn inmiddels ’gefikst’, mijn visum levert nieuwe problemen op. De laatste keer dat Immigracion mijn paspoort gestempeld heeft, hebben zij een fout gemaakt. Dat is nieuw voor me. Uiteraard wil daarna geen enkele beambte daar zijn handen aan vuil maken. Via Immigracion Granada, Policia Nacional, Immigracion Metrocentro Managua reis ik af naar het hoofdkwartier Immigracion Nacional in Managua en na twee dagen praten heb ik weer een geldig visum en nieuw stempel in mijn paspoort.

Komende zondag is het de viering van 30 jaar revolutie. Niet alleen extra beladen door het jubileum maar ook door de staatsgreep in Honduras neemt hier de spanning toe. Leger en politie worden volgens de onafhankelijke krant La Prensa doorgelicht op plannen voor een staatsgreep hier. De ex-president van Honduras verblijft hier en vriendje Chavez uit Venezuela is wekelijks op bezoek. De betrekkingen met de VS zijn weer naar een nieuw dieptepunt gedaald en de president, Ortega, praat alweer openlijk over een Yankee invasie, koloniaal imperialisme en andere propaganda volzinnen. De grens met Honduras is een jojo, gaat open voor een paar uur en wordt dan weer voor dagen gesloten. Demonstraties aan de grens. Nica’s komen sowieso de grens niet meer over, Honduras is bang voor een invasie vanuit hier. Beide presidenten beloven van niet, maar ondertussen verzamelt het leger zich aan beide kanten van de grens. De douanetaken zijn al door het leger overgenomen. Op tv is live te zien hoe de ex-president per vliegtuig vertrekt vanuit Nicaragua en in Honduras wordt terug gestuurd in zijn poging om het land weer in te komen. Het goederenverkeer vanuit het noorden ligt plat en vanuit Panama komt het ook niet meer verder als Costa Rica en hier. Voor de viering van de revolutie 30 jaar geleden wordt komende zondag het land plat gelegd, naast Chavez (Venezuela) zullen op zeker de geloofsbroeders Castro (Cuba) en Morales (Bolivia) acte de presence geven. De revolutie kan wel wat glans gebruiken. De crisis en staatsgreep in buurland slaan toe in het dagelijkse leven, de armoede neemt snel toe, het leger daklozen zie ik zichtbaar groeien en op straat wordt ik aangesproken of ik werk voor hen heb. Kennelijk heb ik mijn toerist voorkomen ingewisseld voor iets meer lokaals, ook de kapper vanochtend (2 USD) ziet me aan voor een Mexicaan.

Voor de viering van de revolutie zijn alle schoolkids al weken aan het oefenen. Iedere school, en dat zijn er veel want allen zijn kleinschalig, heeft zijn eigen drumband met danseresjes. Iedere dag hoor ik de school bij mij op de hoek een paar uur oefenen in de brandende zon op straat. De heftige ritmes zijn nogal anders dan dat ik me van vroeger van de KVT harmonie kan herinneren. Aanstaande zondag hoop ik er bij te zijn op het Plein van de Revolutie in Managua voor de grootschalige officiele viering. In de week daarop hoop ik verder te kunnen reizen zuidwaarts, als ik me los kan rukken hier. Dank voor alle reacties, adviezen over doorgaan of niet en verjaardagswensen. Fysiek gaat het nog steeds goed, en geestelijk ben ik er denk ik ook klaar voor om weer on the road te gaan. Na zondag daarover meer.